Eetgedrag sturen door meer beleving
Voor de gezondheid van cliënten of patiënten is het belangrijk dat zij kunnen genieten van goed eten en drinken. Wist je dat je dit genieten kunt stimuleren door het eetgedrag te sturen? De beleving van eten en drinken speelt daarbij een grote rol. Ontdek wat eetgedrag precies is, welke interne en externe factoren dit beïnvloeden én hoe je de beleving van eten en drinken voor cliënten en patiënten kunt verbeteren.
Eetgedrag: een optelsom van factoren
Eetgedrag is heel persoonlijk en een complex proces, dat afhankelijk is van verschillende factoren. Daardoor kan wat je wel of niet wilt eten en drinken van dag tot dag en zelfs van uur tot uur variëren. Er zijn diverse interne factoren die het eetgedrag beïnvloeden, zoals trek hebben of juist misselijk zijn. Daarnaast spelen externe factoren een grote rol, bijvoorbeeld de mensen met wie je eet, de inrichting van de ruimte waarin je eet en de portiegrootte. Het eetgedrag is als het ware een optelsom van al deze interne en externe factoren. Ook interessant om te weten is dat een groot deel van ons eetgedrag gebaseerd is op onbewuste gevoelens en keuzes. Ben je bijvoorbeeld goed gehumeurd, dan ervaar je de maaltijd anders dan als je slecht gehumeurd bent.
Eetgedrag in een sociale omgeving
Eetgedrag wordt onder invloed van verschillende factoren gevormd in de hersenen. Deze factoren hebben alles te maken met beleving. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat je je eetgedrag afstemt op dat van de mensen met wie je samen eet. Deze zogeheten sociale omgeving heeft invloed op de veelal onbewuste keuzes die je maakt.
Modeling: je past je eetgedrag aan dat van je tafelgenoot aan. Kiest hij of zij voor een gezond gerecht, dan ben jij ook sneller geneigd daar voor te kiezen. En drinkt je tafelgenoot er een glaasje wijn bij, dan is de kans groot dat je het gezellig vindt om mee te doen. Je bent als het ware continu aan het spiegelen.
Impression Management: je stemt je eetgedrag af op dat van de mensen met wie je eet, omdat je een goede indruk op hen wilt maken.
Sociale facilitatie: als je met andere mensen samen eet, dan eet je meer dan als je alleen eet. Ook het aantal mensen waarmee je samen eet, heeft invloed op de hoeveelheid die je eet. Hoe meer mensen, hoe meer je eet. Heb je één tafelgenoot, dan eet je 28% meer. Eet je met twee, drie, vier, vijf of zes mensen samen, dan eet je respectievelijk 41%, 53%, 53%, 71% en 76% meer.
Omgevingsprikkels van invloed op eetgedrag
Volgens Felix Uhl, gedragswetenschapper verbonden aan de Radboud Universiteit en oprichter van De Gedragsstudio, wordt eetgedrag ook nog door andere omgevingsprikkels beïnvloed: ‘Sowieso zijn mensen geneigd meer te eten en drinken als ze grotere porties krijgen of als dit op grotere borden en in grotere glazen wordt aangeboden. De grootte van je bord is echt een mooi voorbeeld van zo’n omgevingsprikkel. In dit geval gaat het om een visuele prikkel die alles te maken heeft met de Delboeuf illusie. Delboeuf was een filosoof en wiskundige en hij stelde dat twee identieke cirkels niet even groot lijken, als de ene in een grote en de andere in een kleine cirkel wordt geplaatst. Met andere woorden: een portie van 250 gram lijkt op een klein bord groter dan op een groot bord. Door deze optische illusie eet je van een klein bord minder dan van een groot bord.’
Ook kleur is een omgevingsprikkel. Van een rood bord bijvoorbeeld eten mensen minder. ‘Bij de kleur rood denk je aan bloed, gevaar en stoplichten. Kortom: de alarmbellen in je hoofd gaan rinkelen. Onderzoek toont aan dat je hierdoor wellicht minder gaat eten. Hoewel dit niet onomstotelijk is bewezen, is het wel goed om hier rekening mee te houden. Als cliënten of patiënten al weinig eten, serveer de maaltijd dan niet op een rood bord. Een andere omgevingsprikkel is: zien eten doet eten. Als andere mensen in je omgeving eten, voel je je meer op je gemak om dit ook te doen.
Beleving van eten en drinken
Helaas neemt de smaakbeleving af bij het ouder worden, bij verschillende aandoeningen en bij medicijngebruik. Bovendien kampen veel cliënten of patiënten met slikproblemen, die ook nog eens het plezier in eten kunnen verminderen. Daardoor zijn zij geneigd minder te eten dan zij nodig hebben. En dat terwijl goede voeding essentieel is om gezond en vitaal te blijven. Als zorginstelling is het dan ook belangrijk om extra in te zetten op de algehele beleving van eten en drinken. Weet je een positieve setting te creëren, dan kun je het eetgedrag van de cliënten of patiënten dus positief sturen.
Eetgedrag sturen door keuzevrijheid
Om eetgedrag te sturen, en daarmee bijvoorbeeld de inname van goede voeding en grotere porties te stimuleren, is keuzevrijheid essentieel. Dit zogeheten “But You Are Free” effect gaat ervan uit dat mensen zich star opstellen als hun keuzemogelijkheden worden beperkt. Voor de cliënten of patiënten geldt dat natuurlijk net zo goed. Daarom is het belangrijk om hen zoveel mogelijk de gelegenheid te geven om zelf te bepalen wat en hoeveel zij eten. Ook eten met de handen is in dit kader een prima optie. Bij fingerfood denk je misschien vooral aan een tussendoortje, zoals een blokje kaas of komkommer, maar ook reguliere maaltijden lenen zich hier goed voor. Sperziebonen, worteltjes, stukjes gehaktbal, het kan allemaal met de handen worden gegeten. De cliënt of patiënt kan op deze manier zelfstandig eten en zelf het eettempo bepalen. Dit heeft een positief effect op het gevoel van zijn of haar eigenwaarde en het vergroot het plezier in de maaltijd. Het gevolg daarvan is weer dat de kans op ondervoeding en/of een afnemende gezondheid vermindert.
Tips om eetgedrag te sturen en daarmee te zorgen voor een betere beleving van eten en drinken
Ontdek hoe je het eetgedrag van cliënten en patiënten kunt sturen en van de maaltijd het fijnste moment van de dag kunt maken met deze handige tips.
- Wees gastvrij naar de cliënten of patiënten toe en geef gastvrijheid hoge prioriteit binnen je zorginstelling. Dit zorgt ervoor dat zij (onbewust) meer gaan eten. Zorg er daarom onder andere voor dat:
- de omgeving aangenaam en uitnodigend is
- het eten en drinken uitstraalt dat het met zorg is bereid en geserveerd
- de medewerkers vriendelijk en behulpzaam zijn
- Stimuleer patiënten die voornamelijk in bed liggen om tijdens het eten toch aan tafel te zitten.
- Zijn cliënten of patiënten aan hun kamer of aan zaal gebonden, laat ze dan gasten voor de maaltijden ontvangen. Als er bijvoorbeeld familie mag mee-eten, zullen zij met meer plezier en dus beter eten.
- Een ziekte of aandoening kan veel invloed hebben op de eetlust van een patiënt. Zorg ervoor dat patiënten kunnen eten op het moment dat zij trek hebben door hen ‘on demand’ te laten bestellen.
- Laat de cliënten zoveel mogelijk meegenieten van de kook- en bakgeuren. De geur van lekker eten wekt zowel fijne herinneringen als de eetlust op.
- Kies voor kleur. Sowieso is het eten van verschillende kleuren groenten gezond en het oogt ook nog eens mooi. Bovendien gaat bij veel ouderen het gezichtsvermogen achteruit, waardoor zij sneller het gerecht eten dat opvalt. Het gebruik van contrasterende kleuren in een maaltijd zorgt er dan ook voor dat zij meer eten.
- Laat de cliënten helpen met de voorbereiding van een maaltijd. Boontjes doppen, aardappelen schillen, gehaktballen draaien. En als iemand dat niet meer kan, is het ook fijn om erbij te zitten en het eten aan te kunnen raken. Tijdens de maaltijd is het goed om de cliënten zoveel mogelijk zelf te laten doen, zoals het eten opscheppen, een toetje inschenken of een boterham smeren. Dit geeft ze een onafhankelijk gevoel en draagt zo bij aan het plezier in de maaltijd.
- Dek de tafel met zorg. Dit betekent niet alleen dat de tafel gezellig gedekt is, maar ook dat deze overzichtelijk is voor de cliënten. Hiermee voorkom je dat zij onnodig worden afgeleid. Kies voor een rustig tafellaken in een subtiele kleur. Leg het bestek netjes recht naast de borden en plaats elk glas op gelijke afstand van het bijbehorende bord. Leg geen overbodige lepeltjes, vorkjes of andere voorwerpen op tafel.