Lichamelijke gevolgen van eiwittekort bij ouderen
Een eiwittekort vormt een serieus risico voor ouderen. Ondervoeding, een afnemende spiermassa en minder weerstand zijn nog maar een paar van de symptomen die de gezondheid en het welzijn behoorlijk kunnen beperken. Lees wat de lichamelijke gevolgen van een eiwittekort bij ouderen zijn en hoe je dit kunt voorkomen.
Eiwittekort bij ouderen
Elk mens heeft elke dag eiwitten uit de voeding nodig. Eiwitten zijn namelijk de bouwstoffen van het lichaam en dan vooral van de spieren. Als mensen een langere periode te weinig eiwitten eten, ontstaat een eiwittekort. Vooral ouderen lopen een verhoogd risico hierop en dat heeft verschillende oorzaken. Naarmate je ouder wordt, neemt je eetlust af. Ook kampen veel ouderen met kauw- en slikproblemen en smaakverandering of -vermindering. Hierdoor gaan zij onder andere minder vlees en vis, waar veel eiwitten in zitten, eten. Bovendien vergroot niet alleen het eetgedrag van ouderen het risico op een eiwittekort, bij hen is er ook nog sprake van anabole resistentie. Dit betekent dat hun spieren minder gevoelig zijn voor de inname van eiwitten dan die van jongere mensen. Ouderen hebben dan ook meer essentiële aminozuren, de bouwstenen voor de vorming van eiwitten, nodig. Van de 22 verschillende soorten aminozuren zijn er negen essentieel. Deze kan het lichaam niet zelf aanmaken en moet je dus via eten en drinken binnenkrijgen. Dit maakt eiwitrijke voeding voor ouderen extra belangrijk.
Gevolgen van eiwittekort
Eiwitten hebben verschillende functies in het lichaam, zoals de opbouw en vernieuwing van cellen, het transport van stoffen, het reguleren van de stofwisseling en de aanmaak van hormonen. Hierdoor heeft een eiwittekort uiteenlopende lichamelijke gevolgen. Zo neemt de spiermassa af, wordt de weerstand minder, verloopt het genezingsproces zowel bij wonden als na een operatie langzamer en kunnen de cognitieve vaardigheden achteruitgaan. Omdat deze gevolgen een negatieve invloed op het welzijn en dus de kwaliteit van leven van ouderen hebben, is het belangrijk om een eiwittekort zoveel mogelijk te voorkomen.
Wist je dat…
- Het lichaam bij een eiwittekort de reservevoorraden opgeslagen in de spiermassa gaat gebruiken. Dit kan leiden tot ondervoeding.
- Eén op de vier tot vijf ouderen in een zorginstelling en patiënten in een ziekenhuis ondervoed is.
- Ondervoeding ook voorkomt bij ouderen met overgewicht.
- Er sprake is van ondervoeding bij een ongewenst gewichtsverlies van vijf procent in drie maanden of tien procent in zes maanden. Of de bovenarmomvang afneemt <25cm.
- Er drie typen ondervoeding zijn:
- Wasting, waarbij iemand te weinig eet door sociale, psychologische en/of medische problemen. De spiermassa neemt gemiddeld tussen de twintig en dertig procent af.
- Cachexie, waarbij een ziekte de opname van voedsel beïnvloedt. De spiermassa kan tot wel zeventig procent afnemen.
- Sarcopenie, waarbij spieren sneller worden afgebroken dan aangemaakt. Dit type komt vooral bij ouderen voor. Oorzaken kunnen onder meer een verminderde eetlust, minder beweging en/of een chronische ziekte zijn.
- Sarcopenie moeilijk te herkennen is, doordat het gewicht gelijk kan blijven.
- Ouderen met ondervoeding anderhalf tot twee keer zoveel eiwitten nodig hebben dan normaal.
Eiwittekort? Dit zijn de symptomen
Eerlijk is eerlijk: een eiwittekort bij ouderen is op korte termijn lastig te herkennen. Daarom is het belangrijk om het lichaam en het functioneren van cliënten goed in de gaten te houden. We noemden al de afnemende spiermassa, de verminderde weerstand, het langzamere genezingsproces en de achteruitgang van de cognitieve vaardigheden. Meer specifiek kunnen de volgende symptomen op een eiwittekort bij jouw cliënt wijzen:
- gewichtsverlies
- brekende en/of scheurende nagels
- dunner, doffer haar en/of haarverlies
- kortademigheid
- vermoeidheid en/of slecht slapen
- een lagere loopsnelheid
- vaker vallen
- sneller botbreuken {botten hebben eiwitten nodig om op sterkte te blijven)
- zweet dat naar ammoniak ruikt
- trager spierherstel en meer spierpijn na fysieke inspanning
- oedeem
Eiwitrijke voeding voor ouderen
Uit onderzoek blijkt dat mensen via de avondmaaltijd de meeste eiwitten binnenkrijgen. En dat biedt ruimte voor verbetering. Het lukt veel ouderen namelijk niet om grotere hoeveelheden te eten en zo aan de benodigde eiwitten te komen per maaltijd. Daarom is het voor hen beter om verspreid over de dag meerdere, kleinere eiwitrijke maaltijden en/of eiwitrijke tussendoortjes te eten. Dit draagt bovendien bij aan de opbouw van de spiermassa. Verder is het goed om bij het voedingsaanbod volop te variëren met dierlijke eiwitten, die onder meer in vlees, vis, zuivel en eieren zitten, en plantaardige eiwitten, die onder meer in noten, peulvruchten en volkorenproducten, zitten.