Zeven slimme tips om nieuwe eetgewoontes te stimuleren
Mensen zijn echte gewoontedieren, ook op het gebied van eten. Een heleboel mensen, onder wie veel ouderen, hebben al jarenlang dezelfde eetgewoontes. Sommigen eten het liefst elke avond een avg’tje, oftewel aardappelen, vlees en groente, en wagen zich liever niet aan nieuwe gerechten. Anderen hebben vaste dagen waarop zij bijvoorbeeld pasta, vis of soep eten. Voor de gezondheid is het echter beter om volop te variëren met eten. Daarom is het belangrijk om cliënten te stimuleren tot het uitproberen van nieuwe voedingsmiddelen. Grote kans dat zij alleen maar een duwtje in de rug nodig hebben om te ervaren hoe lekker minder bekende gerechten kunnen zijn. Ontdek hoe je vaste eetgewoontes kunt doorbreken en laat je inspireren door zeven slimme tips.
Het belang van een gevarieerd voedingspatroon
Elk voedingsmiddel bestaat uit een andere samenstelling van belangrijke voedingsstoffen, waaronder vitamines en mineralen. In een kiwi bijvoorbeeld zit onder meer vitamine C en in een wortel vitamine A. Ons lichaam kan optimaal functioneren als we voldoende van alle voedingsstoffen binnenkrijgen. Door goed te variëren met eten krijg je van de meeste voedingsstoffen voldoende binnen. Naast het positieve effect op de gezondheid kan een gevarieerd voedingspatroon ook een stimulerende werking op de eetlust hebben. Als een cliënt vaak hetzelfde eet, bestaat de kans dat al het eten hetzelfde gaat smaken. Dit kan ertoe leiden dat hij of zij minder trek krijgt. Met recht luidt het gezegde: ‘verandering van spijs doet eten’. Bovendien neemt het smaak- en reukvermogen af bij het ouder worden, waardoor de eetlust van bewoners sowieso vaak vermindert. Nieuwe gerechten prikkelen de zintuigen meer en dit kan ervoor zorgen dat de eetlust toeneemt. Alleen al een aantrekkelijke geur kan een cliënt stimuleren om meer te eten.
Het ontstaan van eetgewoontes
Eetgewoontes ontstaan al op jonge leeftijd en verschillende factoren zijn hierop van invloed. Dit begint al in het land waarin je opgroeit. Zo is het in Amerika netjes om een hand onder de tafel te houden, wordt er in Japan veel met stokjes gegeten en in Afrika vaak zonder bestek. Ook kunnen de eetgewoontes binnen een land verschillen tussen arme en rijke mensen. In Iran zijn arme mensen bijvoorbeeld gewend om op de grond te eten, simpelweg omdat zij geen geld hebben om een stoel te kopen. De rijkere mensen zitten tijdens de maaltijd wel op een stoel. Ook de locatie waar mensen opgroeien, in een dorp of in een stad, heeft invloed op de eetgewoontes. Vooral vroeger kon je in steden meer diverse voedingsmiddelen kopen dan in dorpen.
Eetgewoontes van de bewoners
Cliënten hebben van huis uit ook verschillende eetgewoontes meegekregen. Vooral vroeger werd je geleerd om altijd je bord leeg te eten. Het kan zijn dat cliënten zich hierdoor niet of nauwelijks bewust zijn van hun verzadigingsgevoel. Ook het tempo waarin een cliënt eet, heeft hij of zij waarschijnlijk van huis uit meegekregen. Als er vroeger thuis haastig werd gegeten of als er veel kinderen waren en weinig eten, kan een cliënt nu nog steeds (te) snel eten. Ook zijn mensen geneigd om binnen hun comfortzone te blijven. Voor veel ouderen gaat het gezegde ‘wat de boer niet kent, dat (vr)eet hij niet’ nog altijd op. Aangeleerde eetgewoontes zijn over het algemeen vrij hardnekkig, maar kúnnen wel veranderen onder andere onder invloed van nieuwe mensen en/of een andere omgeving.
Nieuwe eetgewoontes stimuleren
Om de eetgewoontes van cliënten te veranderen en meer variatie te stimuleren is het belangrijk om kleine stapjes te nemen. Eet een cliënt het liefst aardappelen, vlees en groente, dan is poké bowl zeer waarschijnlijk een brug te ver. Wel kun je om te beginnen een samengesteld gerecht maken en daarvan een onderdeel vervangen. Bijvoorbeeld aardappelen, groente en een vleesvervanger in plaats van vlees. Kies in dat geval wel voor een vegetarisch alternatief dat voldoende eiwitten bevat. Voorbeelden van eiwitrijke vleesvervangers zijn eieren, peulvruchten, tempé en tofu. Hieronder vind je nog meer tips om cliënten te stimuleren én te laten genieten van nieuwe voedingsmiddelen.
Tip 1: Begin met de tussendoortjes
Tussendoortjes zijn een mooie, kleine stap om cliënten te laten kennismaken met nieuwe voedingsmiddelen. Serveer bijvoorbeeld eens een cracker met humus, geroosterde kikkererwten of dolma’s. Dolma’s zijn met gehakt gevulde wijnbladeren, die onder andere in Griekenland en Turkije veel worden gegeten.
Tip 2: Vraag het de cliënten
Cliënten weten zelf ook vast nog wel een paar bijzondere recepten. Daag ze wel uit om niet voor bekende gerechten te kiezen. Vraag hen om ideeën en bereid deze gerechten dan. Hoe leuk en lekker is het voor cliënten als zij hun persoonlijke suggestie geserveerd krijgen. Grote kans dat zij hierdoor smakelijker en meer eten.
Tip 3: Koken met cliënten
Als je precies weet wat er in een nieuw gerecht zit (en met hoeveel zorg het is gemaakt), ben je geneigd er meer van te eten. De bereidingswijze is misschien anders en je gebruikt andere ingrediënten. Probeer cliënten daarom zoveel mogelijk bij het koken van nieuwe gerechten te betrekken, door ze tussendoor bijvoorbeeld al wat te laten proeven. Het verhoogt de eetlust en is ook nog eens een gezellige activiteit.
Tip 4: Lanceer de landendag
Kies een vaste dag in de maand (of in de week) waarop je verschillende internationale gerechten op het menu zet. Surinaamse roti, Chinese kippensoep, Marokkaanse couscous of Griekse moussaka. Je kunt hier natuurlijk volop mee variëren of combineren.
Tip 5: Zelf op smaak maken
Zoveel mensen, zoveel wensen. Het is belangrijk om hier zoveel mogelijk rekening mee te houden. Je kunt bepaalde nieuwe en onbekende producten en ingrediënt, zoals kaassoorten, nieuwe kruiden of andere nog onbekende smaakmakers apart op tafel zetten, zodat cliënten deze naar eigen smaak kunnen toevoegen.
Tip 6: Pas nudging toe
Je kunt cliënten ook door nudging stimuleren om nieuwe voedingsmiddelen uit te proberen. Nudging is het aanbrengen van subtiele veranderingen in de omgeving, waardoor mensen onbewust worden geprikkeld om een andere keuze te maken. Zet bijvoorbeeld tijdens de avondmaaltijd de nieuwe voedingsmiddelen zo op tafel dat cliënten deze makkelijker kunnen pakken. Heeft je zorgorganisatie een restaurant, dan is het een optie om de nieuwe voedingsmiddelen goedkoper te maken.
Tip 7: Introduceer eetwissels
Een eetwissel is een kleine, gezonde verandering in een eetgewoonte, bijvoorbeeld in plaats van witte pasta voortaan volkorenpasta eten. Ook het broodbeleg biedt ruimte voor eetwissels, zoals kaas vervangen door hüttenkäse met een plakje ham. Serveer je regelmatig gerechten met rijst? Kies dan eens voor bulgur of quinoa. Zo kunnen kleine aanpassingen in de voeding veel variatie bieden.